Wat verstaan we onder selfassessment?
Selfassessment, oftewel zelfevaluatie, is eigenlijk heel eenvoudig: je vraagt leerlingen kritisch naar hun eigen werk, aanpak en resultaten te kijken. Ze reflecteren op wat ze kunnen en hoe ze functioneren, met als doel om hun sterke punten te koesteren en te werken aan verbeterpunten. Zie het als een interne kwaliteitscontrole die studenten zelf uitvoeren.
Waarom is selfassessment nuttig in het onderwijs?
Zelfevaluatie is een echte aanjager van persoonlijke groei én maakt het leren effectiever. Het moedigt leerlingen aan verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerpad en zorgt voor een actievere, betrokken houding. Omdat ze zelf hun sterke en zwakke kanten ontdekken, kunnen ze zich veel beter focussen op wat ze lastig vinden. Stel je voor: een leerling worstelt met wiskunde. Door zelfevaluatie ontdekt diegene dat het vooral het opstellen van de vergelijkingen is dat moeite kost, niet het oplossen ervan. Dat is goud waard!
Hoe ziet selfassessment er in de praktijk uit?
Selfassessment kan op allerlei manieren. Denk aan checklists waarmee leerlingen kunnen nagaan of hun werk aan bepaalde eisen voldoet, vragenlijsten die hen aanzetten tot reflectie, of beoordelingsrubrics die helpen om objectief te evalueren. Soms is het ook heel waardevol om leerlingen elkaars werk te laten beoordelen (peer review). Het belangrijkste is dat de criteria helder zijn: wat is 'goed' werk en waarom?
Tot slot
Selfassessment is een waardevolle tool in het onderwijs. Het stimuleert leerlingen om na te denken over hun eigen leerproces en daar verantwoordelijkheid voor te nemen. Door hun sterke en zwakke punten in kaart te brengen, kunnen ze gerichter leren en hun eigen potentieel beter benutten. Kortom, het draagt bij aan een leven lang leren!