
Schoolweging
De schoolweging van De Ceder Veenendaal is 30,19 , met een spreiding van 6,19 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Het fundamenteel niveau wordt door 97,7% van de leerlingen behaald, ver boven de landelijke signaleringswaarde van 85%. Dit overtreft zelfs het gemiddelde van vergelijkbare scholen (95,7%), wat een sterk punt vormt in de onderwijskwaliteit.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
64,7% van de leerlingen haalt het streefniveau voor taal en rekenen, ruim boven de inspectienorm van 45,5% en het vergelijkingsgemiddelde (57,3%). Deze prestatie onderstreept de effectiviteit van het onderwijsaanbod, gezien de relatief complexe leerlingenpopulatie.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De schooladviezen zijn sterk gericht op theoretische leerwegen: 39,1% havo en 21,7% vwo. Dit ligt ver boven de regionale vergelijking (havo:16,1%, vwo:18,6%). Het aandeel vmbo-k-adviezen (21,7%) valt lager uit dan gemiddeld, wat past bij de hoge toetsresultaten.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Ceder Veenendaal | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 174 | 174.7 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Een opvallend hoog percentage van 23,9% van de leerlingen presteert onder het oorspronkelijke advies, ruim boven het landelijk gemiddelde (11,8%). Dit vraagt om extra aandacht voor de aansluiting op het vervolgonderwijs, ondanks de beschreven intensieve adviseringstrajecten.