
Schoolweging
De schoolweging van De Olijfboom Utrecht is 38,32 , met een spreiding van 5,04 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 95.24% score voor het fundamenteel niveau overstijgt De Olijfboom ruim de landelijke norm van 85%. De school presteert hiermee ook beter dan vergelijkbare scholen (92.10%), ondanks een relatief complexe leerlingenpopulatie.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
49.21% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de door de inspectie gestelde signaleringswaarde van 32%. Dit is een significant beter resultaat dan het vergelijkingsgemiddelde van 45.39%, wat duidt op effectieve differentiatie in het onderwijsaanbod.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De school toont sterke prestaties in hoog cognitief advies: 38.1% vwo-advies tegenover 18.61% bij vergelijkbare scholen. Het gecombineerde havo/vwo-adviespercentage (71.43%) is bijna dubbel zo hoog als het landelijk gemiddelde. Tegelijkertijd is er aandacht voor zorgleerlingen, met 4 praktijkadviezen in de recente uitstroom.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | De Olijfboom Utrecht | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|---|---|---|
LIB | 172.67 | 177.04 | 175.23 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Observaties en toetsafnames De leerkrachten werken dagelijks met de kinderen en zien hoe het gaat met hun ontwikkeling. Zij observeren uw kind in allerlei situaties en zij nemen methodetoetsen af. In groep 1-2 wordt gewerkt met het observatiemodel ‘KIJK!’, waarbij de ontwikkeling van kinderen in grote lijnen wordt gevolgd. We volgen de ontwikkeling van de kinderen ook met Cito-toetsen. De afname van de Cito-toetsen begint al in groep 1 en eindigt aan het eind van groep 8. De Cito-toetsen laten zien of een kind voldoende vooruitgaat en vergelijkt het niveau met klasgenoten in Nederland. Om snel te kunnen zien hoe uw kind scoort t.o.v. leeftijdsgenoten heeft de Cito de niveau-indicaties ontwikkeld. Een III is het landelijk gemiddelde, een I is de hoogste score en een V de laagste score. Registratie van de observatie- en toetsgegevens Alle gegevens over de ontwikkeling van de kinderen worden bijgehouden in Parnassys. Ouders kunnen deze gegevens ook inzien via het Ouderportaal van ParnasSys. Deze toetsgegevens staan ook op het rapport. Groepsbesprekingen Minimaal 2x per jaar vinden er groepsbesprekingen plaats tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht(en). Zij kijken of de kinderen voldoende geprofiteerd hebben van het onderwijs. Zo kunnen ze tijdig extra ondersteuning organiseren, wanneer dit niet het geval is. Er wordt niet alleen gekeken of de groep voldoende gestegen is, maar ook of individuele resultaten voldoende vooruitgegaan zijn. Dit wordt met de ouders (en het kind) besproken. Er wordt - indien nodig – overlegd wat er op school én thuis gedaan kan worden om de resultaten te verbeteren. De bespreking van de vorderingen en ontwikkeling van de kinderen met ouders Er zullen per schooljaar minimaal drie gesprekken met ouders gevoerd worden. De kinderen mogen hierbij aanwezig zijn. In september zullen er 10-minuten-gesprekken plaatsvinden, waar ouders informatie kunnen verstrekken aan de leerkracht en hun verwachtingen uit kunnen spreken. Daarnaast zullen er twee rapportgesprekken (februari en juli) zijn waarbij de leerkracht ouders informeert over de vorderingen van de leerling en het rapport meegeeft. Extra onderzoek Blijven de resultaten toch achter bij de verwachtingen, ondanks alle extra inspanningen, dan neemt de leerkracht of intern begeleider contact op met de ouders en kan er aanvullend (handelingsgericht) onderzoek plaatsvinden. Ouders moeten hiervoor toestemming geven. Leerlingondersteuning (algemeen) De ondersteuning structuur bestaat uit drie niveaus: 1. Sterke basis: goed onderwijs en positief opvoeden om achterstanden te voorkomen / te herstellen. 2. Steun waar nodig: bij specifieke ondersteuningsvragen in het onderwijs en bij de groei en ontwikkeling van het kind: - handelingsgerichte begeleiding door de leerkracht(en) en intern begeleider(s). - adequate hulp in het gezin, gericht op het versterken van de eigen kracht. - door intensieve ondersteuning en/of hulp bij meervoudige problematiek, zoveel mogelijk door één (generalistische) ondersteuner. 3. Speciaal als het moet: inzetten van specialistische onderwijsbegeleiding en/of specialistische ondersteuning vanuit een afgestemd onderwijsarrangement. De overgangen tussen de drie niveaus zijn geen statische overgangen. Het is de bedoeling dat er soepele overgangen zijn, snel en goed communicerende generalisten, die de regie nemen met het gezin, maar als dat nodig is, ook meer gespecialiseerde werkers kunnen raadplegen en betrekken.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
75% van de leerlingen zit op adviesniveau in het VO, significant boven het landelijk gemiddelde van 62.93%. Slechts 6.25% zit onder advies (vs. 11.81% landelijk). Deze cijfers onderstrepen de accuratesse van de adviezen en kwaliteit van de ondersteuning, zoals de Brede School Academie voor talentontwikkeling.