Het leerlingvolgsysteem Basisscholen zijn verplicht om te werken met een leerlingvolgsysteem (LVS). Een LVS laat de leerkracht zien hoe een leerling, of een groep leerlingen, zich ontwikkelt. Heeft de leerling de lesstof goed opgepakt? Is hij of zij gegroeid? Welke lesstof moet de leerkracht de komende periode (extra) aanbieden? Sinds dit schooljaar gebruiken wij daar IEP LVS voor. De toetsen worden twee maal per jaar afgenomen in groep 3 t/m 7 en in groep 8 eenmaal. Daarnaast nemen we in de klassen ook toetsen af die bij de lesmethoden horen. Ook deze gegevens verzamelen wij in het leerlingvolgsysteem. In de kleutergroepen observeren wij op vaste momenten, deze momenten gaan samen met hun leeftijd. Gericht werken aan leerdoelen De overheid heeft bepaald welke kennis en vaardigheden een kind moet leren op school, om straks verder te kunnen op het voortgezet onderwijs en in de maatschappij. Daarvoor bestaan leerdoelen. IEP heeft die leerdoelen opgedeeld in behapbare stukjes die getoetst kunnen worden. Zo laat het IEP LVS duidelijk zien of het kind op koers ligt om de leerdoelen te halen. De leerkracht kan vervolgens zien welke onderdelen extra aandacht nodig hebben en welke juist al goed gaan. Op die manier helpt IEP LVS de school om het kind te geven wat het nodig heeft. Een compleet beeld van de leerling Een kind is meer dan taal en rekenen. Doorzettingsvermogen, empathie, vindingrijkheid en motivatie doen er óók toe. Net als de interactie met anderen, kunnen plannen of omgaan met gevoelens. IEP LVS kijkt niet alleen naar taal en rekenen (hoofd) maar ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling, de leeraanpak en het creatief vermogen (hart en handen). Dat geeft een compleet beeld van het kind.