Basisschool Sprankel!
Prinses Margrietstraat 6
8152 BM Lemelerveld

Schoolweging

Schoolweging
29.49
Spreiding
5.26

De schoolweging van Sprankel! Lemelerveld is 29,49 , met een spreiding van 5,26 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

95,5% van de leerlingen scoort op het fundamentele niveau, significant hoger dan de landelijke norm van 85%. Dit bevestigt een degelijke basiskwaliteit, ondanks de complexe leerlingenpopulatie.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

63,6% van de leerlingen behaalt het streefniveau voor taal en rekenen, ruim boven de inspectienorm van 49%. Dit onderstreept de focus op ambitieuze leerdoelen, vooral bij leerlingen met een potentieel voor hogere leerwegen.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

De schooladviezen tonen een sterke focus op theoretische routes: 40,9% havo/vwo-advies (22,73% havo, 18,18% vwo) tegenover 4,55% praktijkonderwijs. Dit contrasteert met het landelijk gemiddelde waar 15% vwo-advies wordt gegeven. De hoge vmbo-k score (36,36%) sluit aan op de regionale arbeidsmarktbehoefte.

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsSprankel! LemelerveldGemeente AmsterdamNederland

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
58

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Tussentijdse resultaten Het nauwkeurig onderzoeken, bijhouden en beoordelen van de individuele vorderingen van de leerlingen neemt een steeds grotere plaats in binnen ons onderwijs. Vandaar dat de vorderingen van elke leerling systematisch digitaal worden vastgelegd om te kijken of er sprake is van een stagnatie of groei. Het is een middel om per groep en per kind te bekijken hoe het leer- en ontwikkelingsproces verloopt. Het geeft daarnaast de leerkracht extra houvast om te beoordelen of de leerstof goed wordt verwerkt en/of er veranderingen nodig zijn in de manier en het tempo van lesgeven. Ook is het een middel om te bekijken of leerlingen speciale aandacht of hulp nodig hebben en zo ja, op welke punten. Daardoor kan het onderwijsprogramma beter worden afgestemd op de leerling. Naast het dagelijks werk en de resultaten daarvan, worden er bij diverse vakken toetsen afgenomen om een juist beeld te krijgen van de vorderingen van de leerlingen. Deze toetsen zijn onder te verdelen in toetsen die bij de methode horen en toetsen die worden afgenomen binnen het leerlingvolgsysteem (met een landelijke normering). Naast de zakelijke normering, gebaseerd op de prestaties bij de toetsen, blijft de eigen beoordeling van de leerkracht altijd een belangrijk gegeven. Afschriften van cijferlijsten, toetsgegevens, observaties en andere registraties worden bewaard in het (digitale) leerlingendossier. Dit leerlingendossier is vertrouwelijk en de AVG is hierop van toepassing. U als ouders/verzorgers heeft, na een verzoek daartoe bij de interne begeleider, altijd recht op inzage in het dossier van uw kind(eren) en middels het ouderportaal kunt u de resultaten te allen tijde inzien. Als school hebben we altijd uw toestemming nodig om gegevens ter beschikking te kunnen stellen aan andere instanties. Nadat uw kind naar een andere school is gegaan (door bijvoorbeeld verhuizing of de overgang naar het voortgezet onderwijs) blijven de gegevens nog vijf jaar op school aanwezig. Daarna worden zij vernietigd. We gebruiken het leerlingvolgsysteem Parnassys en we toetsen op dit moment de onderdelen: Kleuterobservaties leerlijnen Technisch lezen Spelling Begrijpend lezen Rekenen en wiskunde Studievaardigheden voor groep 6 t/m 8 Eindtoets voor groep 8. Groep 1 en 2 Op onze school zitten de oudste en jongste kleuters bij elkaar in de groepen. Wij vinden dit heel bevorderlijk voor de sociale vorming. Kinderen kunnen elkaar prima helpen en krijgen daardoor zelfvertrouwen. Daarnaast leren de jongere kinderen veel van de oudere kinderen. Wij vinden de zorg voor het jonge kind heel belangrijk. In de eerste jaren wordt de basis gevormd voor een succesvolle schoolcarrière. In de dagelijkse praktijk blijkt dat de ontwikkeling van kinderen niet gelijkmatig is, maar vaak sprongsgewijs verloopt. Na een volgend stapje in de ontwikkeling volgt een stabiliseringsfase. Sommige kinderen ontwikkelen zich niet conform de beschreven ontwikkelingsfasen. Sommigen slaan fasen of delen van fasen over zonder gevolgen. Bij anderen is het niet “uit ontwikkelen” van fasen wel van grote invloed op het vervolg. Ze bouwen geen stevige basis op met alle gevolgen van dien. De betrokkenheid van de kinderen bij hun werk is voor de leerkracht een belangrijk richtsnoer voor haar/zijn handelen. Door de kinderen emotioneel vrij te laten, hun zelfvertrouwen te bevorderen en nieuwsgierig te maken, wordt de basis gelegd om tot leren te komen. Wij vinden het emotioneel welbevinden van de kinderen erg belangrijk. Ook hebben wij veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Het planbord is hierbij een hulpmiddel. Wij werken in de kleutergroepen met inloop-werken of vanuit de kring. De schooldag begint in de kring en hier keren wij ook steeds weer in terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. De kleuters werken in thema’s. Ieder thema wordt opgestart met een mindmap. We werken met de kinderen ontwikkelingsgericht volgens leerlijnen en tussendoelen. Daarbij voeren wij regelmatig observaties uit en proberen ons onderwijs zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij iedere individuele kleuter. Hierbij hebben wij veel aandacht voor het spel. Door de kinderen te stimuleren tot veel inbreng en betrokkenheid komen we samen tot een rijke leeromgeving. Verlengde kleuterperiode, een klas overdoen of overslaan Af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft. We nemen dan, in overleg met de ouders, het besluit om de kleuterperiode te verlengen of het kind de groep een jaar over te laten doen. We doen dit alleen als alle overwegingen erop duiden dat dit de beste keuze voor de leerling is. Ondanks de differentiatie kan het zo zijn dat de aangeboden lesstof structureel als te gemakkelijk wordt ervaren. We kunnen dan overwegen of het in het belang van een leerling is om te versnellen (klas overslaan). De procedure van overleg en het bekijken van de mogelijkheden kent dezelfde duidelijke structuur als bij de beslissing tot een klas overdoen, waarin ouders, de groepsleerkracht en de intern begeleider betrokken zijn. De speciale onderwijsbehoeften van kinderen Ondanks alle inspanningen kan het voorkomen dat er verdiepte zorg/afstemming voor een individueel kind moet komen. We spreken dan van een zorgleerling en zorgroute. Het signaleren van onderwijsbehoeften bij kinderen. Op school worden de leerlingen gevormd op verschillende gebieden. De kinderen verwerven kennis, ze maken een sociale en emotionele ontwikkeling door en ook op lichamelijk gebied staat de ontwikkeling niet stil. Om de onderwijsbehoefte van ieder kind in beeld te krijgen, signaleren we daarom op diverse aandachtsgebieden, zowel cognitief als sociaal en verwerken dit in een plan van aanpak, het zgn. groepsplan. De procedure die gevolgd wordt, indien er zorg om uw kind, is uitgebreid beschreven in het zorgplan. Uit het voorgaande wordt helder dat er op allerlei gebieden binnen de groep ondersteund kan worden. Toch kunnen zich lichamelijke problemen, leerproblemen, sociaal-emotionele problemen of een combinatie hiervan voordoen die specifiekere aandacht behoeven dan een groepsplan. Ook kunnen zich problemen voordoen bij een kind als er sprake is van hoogbegaafdheid. Om deze risico en zorgleerlingen zo goed mogelijk te begeleiden wordt de volgende stappen gehanteerd. We werken met zogenaamde zorgniveaus. Overleg tussen groepsleerkracht en intern begeleider. Op onze school is de intern begeleider (IB-er) speciaal belast met de coördinatie van de leerlingenzorg en de interne begeleiding. Nadat de groepsleerkracht het probleem heeft gesignaleerd, vindt overleg plaats met de intern begeleider. In dit overleg wordt het probleem goed in kaart gebracht en wordt er nagedacht over oplossingsmogelijkheden. Regelmatig ondersteunt het CCAT (Catent Commissie Arrangeren en Toedelen) ende jeugdverpleegkundige de leerlingenbespreking met advies of oplossingen. Overleg tussen groepsleerkracht en ouders Na dit overleg wordt soms, afhankelijk van de aard en de omvang van het probleem, een afspraak met de ouders gemaakt. In een aantal gevallen wordt dit gecombineerd met de op school reeds geplande oudergesprekken ronde. Soms echter wordt tussendoor met de ouders contact gezocht om tot snellere actie te kunnen overgaan. De bedoeling van het gesprek is de ouders te informeren over het gesignaleerde probleem, maar tevens om hen te laten meedenken over de aanpak (handelingsgericht). Soms hebben we als school de hulp van ouders nodig om bepaalde oplossingen te kunnen uitvoeren. (Hoe kunnen we uw kind het beste helpen?) Opstellen van een handelingsplan Als uw kind opgenomen wordt in het zorgcircuit, stellen we een individueel handelingsplan op waarin genoteerd wordt wat het probleem precies is, hoe het zal worden aangepakt en wanneer een evaluatie zal plaatsvinden. Een handelingsplan is individueel maar kan voor een kleine groep met dezelfde hulpvraag tegelijkertijd worden uitgevoerd. In een handelingsplan worden alle maatregelen omschreven die noodzakelijk worden geacht om het vastgestelde probleem op te lossen. Bij een handelingsplan vragen we ouders dit mede te ondertekenen. Nader onderzoek In een aantal gevallen is een probleem zo complex dat de school te weinig informatie en deskundigheid voorhanden heeft om een goed handelingsplan op te stellen. Dan is nader onderzoek nodig door bijvoorbeeld een psycholoog of een arts. Indien dit zich voordoet, wordt dit aan de ouders voorgelegd in een gesprek. Na afloop van het onderzoek wordt vervolgens een handelingsplan opgesteld. Veel van de onderzoeken worden uitgevoerd door orthopedagogen van Catent. Eigen leerlijn en ontwikkelingsperspectief Soms zal een kind bij één of meerdere vakken met een aangepast programma gaan werken: een eigen leerlijn. De leerling haalt op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool, maar we stellen het aangepaste programma zo op dat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs waarvan we verwachten dat de betreffende leerling na de basisschool zal instromen. We proberen het minimum einddoelen zoveel mogelijk te behalen. De school stelt samen met de orthopedagoog (zijnde de trajectbegeleider van de school uit het Expertisecentrum van Catent) dan wel met andere experts binnen de stichting en met u als ouders een ontwikkelingsperspectief op. Het ontwikkelingsperspectief geeft o.a. de specifieke begeleiding op school, de verwachte leeropbrengst en het te verwachten uitstroomresultaat weer van een leerling in het basisonderwijs. 6. Catent Commissie Arrangeren en Toewijzen (CCAT). De CCAT is een commissie waar leden van het Expertiseteam van Catent aan deelnemen en heeft als taak: het arrangeren en toewijzen van ondersteuning op basis van onderwijs(zorg)behoeften van een leerling wanneer er sprake is van handelingsverlegenheid van de school. Sinds 2023 werken we binnen Catent met een ondersteuningsgelden Passend onderwijs. De school heeft een plan op welke manier zij deze gelden inzetten voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. Wanneer er daarnaast extra middelen nodig zijn voor een leerling, kunnen scholen een aanvraag indienen bij de CCAT. Voordat een leerling wordt besproken in de CCAT, vindt een gesprek plaats tussen de onderwijsadviseur/orthopedagoog vanuit het expertisecentrum van Catent, ouders, leerkracht(en) en intern begeleider. De in het gesprek besproken punten worden door de IB-er genotuleerd en worden vervolgens met alle betrokkenen gedeeld. Binnen de CCAT worden de onderwijs(zorg)behoeften van de leerling en de handelingsverlegenheid van onze school besproken, gewogen en afgezet tegen het ondersteuningsprofiel. De CCAT besluit vervolgens over het toekennen van begeleiding en ondersteuning aan de school, in de vorm van een “arrangement”. Tevens beslist de CCAT over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) indien plaatsing op een school voor S(B)O het beste arrangement voor de leerling is. Voor de meeste scholen geldt dat deze taak ligt bij een commissie van het samenwerkingsverband, waarbij veelal ook de onderwijsadviseurs vanuit Catent aansluiten. In elke landelijk vastgestelde regio Passend Onderwijs is er (naast de CCAT) een “Commissie Toewijzing”, die zorgt voor het afgeven van de wettelijk vastgestelde toelaatbaarheidsverklaring voor het S(B)O. Voor vragen over Passend Onderwijs kunt u terecht bij de directeur of intern begeleider van onze school. Meer informatie vindt u op de websites www.catent.nl onder het kopje ouders en op www.passendonderwijs.nl. Bezwaar Tegen de beslissing van de CCAT over de toelaatbaarheid van een leerling tot het S(B)O kan door ‘belanghebbenden’ bezwaar worden aangetekend. Belanghebbenden zijn de school en/of de ouders, verzorgers of voogden van de leerling. Voor de behandeling van een bezwaar is Stichting Catent via de regionale verbanden Passend Onderwijs aangesloten bij de landelijke bezwaarcommissie Toelaatbaarheidsverklaring S(B)O. We verzoeken echter alle betrokkenen zich eerst tot de voorzitter van de CCAT te wenden indien een hiervoor genoemd bezwaar zich voordoet.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

Opvallend is dat 44% van de leerlingen boven hun advies presteert (landelijk: 25,27%), tegen slechts 4% onder advies. Dit reflecteert de effectiviteit van het 'kansrijk adviseren' waarbij leraren mogelijkheden vroegtijdig signaleren, zoals beschreven in het schoolondersteuningsprofiel.

Sociale ontwikkeling

Kinderen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Wij vinden het van belang om leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden.Wij vinden het belangrijk dat leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. Onze slogan is: Een school waar kinderen mogen worden wie ze zijn! LEES MINDER

Rust

Ruimte

Regelmaat

Wat is de werkwijze van Basisschool Sprankel! voor sociale ontwikkeling?

Bij Basisschool Sprankel! is er dagelijks aandacht voor het welbevinden en de sociale veiligheid van de school, de groep en het individuele kind. De school gebruikt de Kanjertraining, waarvan de principes en de 'kanjertaal' zijn geïntegreerd in het dagelijks ritme. Deze methode bevordert bewustwording van eigen gedrag en het gedrag van anderen, en draagt bij aan een positief schoolklimaat en het voorkomen van pesten. De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd met behulp van het leerlingvolgsysteem KanVAS. Basisschool Sprankel! is een gecertificeerde Kanjerschool. Naast sociale veiligheid wordt er waarde gehecht aan fysieke veiligheid. Er vinden jaarlijkse controles plaats van brandmeldinstallaties, gas en elektra, en er worden ontruimingsoefeningen georganiseerd. De speeltoestellen worden ook jaarlijks gekeurd.

Welke registratievorm(en) gebruikt Basisschool Sprankel! om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

Basisschool Sprankel! gebruikt 'Zien' als registratievorm om sociale opbrengsten in kaart te brengen.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Basisschool Sprankel!?

Basisschool Sprankel! maakt gebruik van Kanjertrainingen als methode voor sociaal-emotioneel leren.