De ontwikkeling van de kinderen volgen we op meerdere manieren: observatie, correctiewerk, toetsen uit de methode en methode-onafhankelijke toetsen van Cito. Deze toetsen worden in alle groepen naast de methode-gebonden toetsen afgenomen. Ook het controleren van begrip in het kader van directe instructie en het geven van directe feedback geeft veel informatie over de verwerking van de leerstof. De scores van deze toetsen worden in het leerlingvolgsysteem opgenomen en gedurende de gehele schoolperiode gevolgd en digitaal bewaard. Door vroegtijdige signalering kunnen wij op tijd ons leerstofaanbod aanpassen aan de groep of een individuele leerling. Een leerling kan een eigen programma hebben en dan toch goed in de groep meedraaien en zich daar lekker bij voelen. Aangezien de cijfers ook iets zeggen over het groepsniveau, gebruiken we de gegevens om te kijken hoe onze school scoort. We doen dit na de afname van de toetsen in februari en juli. Een school met een leerlingpopulatie als die van ons, moet een bepaalde vaardigheidsscore kunnen halen op groepsniveau. We hebben daarvoor een aantal normen/doelen opgesteld. Per Cito-ronde kijken we of we de doelen hebben gehaald. We kijken daarbij naar wat goed is gegaan, wat we willen voortzetten en we kijken ook naar wat beter zou kunnen. Verder geldt wat ons betreft dat Citotoetsen momentopnamen blijven die naast het andere werk van de leerlingen gebruikt worden om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen.