Het meten van tussentijdse resultaten verlopen volgens een cyclisch proces (handelingsgericht werken). Leerlingen ontvangen onderwijs van de onderwijsprofessional aan de hand van tussen- en kerndoelen. Het behalen van die doelen kan aan de hand van methodes of aan de hand van leerlijnen of ontwikkelingsgebieden. Er is een verschil in aanpak tussen groep 1-2 en groep 3 tot en met 8. Groep 1-2 formuleren aan de hand van thema's beredeneerd aanbod en behalen de ontwikkeldoelstellingen omschreven als in het leerlingvolgsysteem KIJK. In hun themaplanning beschrijven zij tevens op welke wijze zij differentiëren in het aanbod teneinde zo veel mogelijk aan te kunnen sluiten op de specifieke onderwijsbehoeften van hun groep en leerlingen. Zij voeren groepsbesprekingen waarin de tussenresultaten worden besproken en de ingezette preventies en interventies geëvalueerd. De onderwijsprofessionals inspireren elkaar in bouwvergaderingen over hun ingezette preventies en interventies door uit te wisselen tijdens de evaluatiemomenten van de M-toetsen en de E-toetsen. Voor groep 3 geldt hetzelfde met het grote verschil dat onderwijsprofessionals een methode gebruiken om doelstellingen te behalen. Van hen wordt veracht dat zij hun aanbod voortdurend evalueren en bijstellen zodat ook zij tot beredeneerd aanbod komen. Ze voeren tevens groepsbesprekingen met de IB en inspireren elkaar ook in bouwbijeenkomsten tijdens de eerder genoemde evaluatiemomenten (M en E). De IB-er maakt een schoolevaluatie en overziet het geheel. Ook werkt IB de beschrijving van de schoolpopulatie bij zodat in de evaluatie gecontroleerd kan worden of we nog steeds op gepaste wijze aansluiten op de specifieke onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Let op! Wij wisselen geanonimiseerde gegevens over toetsen met het NRO/NCO uit voor het nationaal cohortonderzoek. U kunt hiervoor in Parro toestemming geven of intrekken.