Binnen het EDI model wordt er door de leerkrachten, tijdens de instructie en verwerking, steeds bekeken of de leerstof bij de kinderen beklijft. Hierdoor is er zicht op het korte termijnleren en wordt dit ook nog getoetst met methode-gebonden toetsen. Als een kind leerdoelen niet bereikt, wordt er expliciete instructie gegeven en voor kinderen die voorlopen, wordt er formatief getoetst, zodat zij kunnen compacten en verrijken. We meten daarnaast de leeropbrengsten schoolbreed met het CITO Leerlingvolgsysteem. Na de M-toetsen analyseren we alle toetsen met een schoolbrede datamuur en stellen op basis hiervan de interventies bij. Ditzelfde doen we n.a.v. de E-toetsen.