Schoolweging
De schoolweging van Sint Antonius de Hoef is 28,97 , met een spreiding van 5,97 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
Met 95,2% score voor het fundamenteel niveau overstijgt de school ruimschoots de inspectienorm van 85%. Dit is consistent met het landelijke vergelijkingspercentage van 95,9%, wat duidt op sterke basisvaardigheden.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
53,6% van de leerlingen behaalt het streefniveau, ruim boven de signaleringswaarde van 47,1%. Ondanks de complexere leerlingenpopulatie presteert de school hiermee beter dan verwacht, hoewel het nog onder het vergelijkingsgemiddelde (57,8%) blijft.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
Er wordt een nadruk gelegd op theoretische doorstroom: 37,5% havo-advies en 25% havo/vwo-advies. Dit is opvallend hoger dan regionale gemiddelden (16,1% havo en 10,9% havo/vwo). De 12,5% onbekende adviezen vraagt aandacht, mogelijk door beperkte doorstroomdata.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
| Toets | Sint Antonius de Hoef | Gemeente Amsterdam | Nederland |
|---|---|---|---|
| LIB | 177.01 | 175.23 | 179.38 |
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Geen enkele leerling stroomt boven advies door (vs. 25,3% landelijk), terwijl 87,5% op advies blijft. De 12,5% onder advies ligt iets boven het landelijk gemiddelde, wat mogelijk samenhangt met de complexere leerlingenpopulatie.