
Schoolweging
De schoolweging van Onder de Linden is 30,16 , met een spreiding van 5,27 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.
Fundamenteel niveau
94% van de leerlingen behaalt het fundamenteel niveau, ruim boven de landelijke norm van 85%. Dit onderstreept dat de school effectief basisvaardigheden garandeert, ook bij een divers leerlingenpubliek met een spreiding van 5,27 in schoolweging.
Grafiek
Grafiek laden...
Streefniveau
45,8% van de leerlingen behaalt het streefniveau, net boven de door de inspectie gestelde signaleringswaarde van 45,5%. Dit laat zien dat de school, ondanks de complexe populatie (schoolweging 30,16), in staat is om een aanzienlijke groep leerlingen naar hogere referentieniveaus te tillen.
Grafiek
Grafiek laden...
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
De adviezen tonen een tweespalt: enerzijds 17,65% havo/vwo-advies (boven regio-gemiddelde van 10,93%), anderzijds 5,88% vso-advies (significant hoger dan 0,12% bij vergelijkbare scholen). De nadruk op vmbo-(g)t (11,76%) en vmbo-k (17,65%) reflecteert de combinatie van een complexe populatie en praktische onderwijsbehoeften.
Grafiek
Grafiek laden...
Eindtoets Resultaten
Grafiek
Grafiek laden...
Toetsscores 2023-2024
Toets | Onder de Linden | Gemeente Amsterdam | Nederland |
---|
Groep 8 Toetsen 2023-2024
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Twee keer per jaar, in februari en in juni, worden er methodeonafhankelijke toetsen afgenomen voor de vakgebieden begrijpend lezen, rekenen, spelling en technisch lezen op woord- en tekstniveau. Per vakgebied vertalen we deze gegevens op kind-, groeps- en schoolniveau. We noteren de gegevens (waarnemen), beschrijven verklaringen voor de resultaten (begrijpen), stellen doelen & ambities voor de volgende periode (plannen) en maken concrete interventies die we gaan uitvoeren (realiseren). Zo ontstaat er een cyclische analyse op school- (school in beeld), groeps- (groep in beeld) en kindniveau (kind in beeld). De methode onafhankelijke toetsen zijn voor ons een meetmoment, waarbij er als het ware een foto wordt genomen van de huidige stand van zaken. Het geeft o.a. een antwoord op de volgende vragen; Wat is de vaardigheidsscore en het functioneringsniveau van de leerling? Welke groei heeft het kind de afgelopen periode gemaakt? Wat heeft ervoor gezorgd dat het kind deze groei kon maken. Wat heeft het kind nodig om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen? Wat zijn sleepdoelen waaraan in de volgende periode nog gewerkt moet worden? Etc.. Wat is de gemiddelde vaardigheidsscore van de groep(en)? Hoe verhoudt zich deze tot de landelijke, gemiddelde vaardigheidsscore? Hoe kunnen we de groei van een groep verklaren? Wat heeft deze groep nodig om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen? Wat zijn groepsdoelen waaraan in de volgende periode nog gewerkt moet worden? Etc.. Welke groei in vaardigheidsscore laten de groepen zien? Hoe verhoudt zich deze tot de verwachte groei op basis van het de landelijke, gemiddelde groei in vaardigheidsscore? Welke trend is zichtbaar in de ontwikkeling op dezelfde didactische leeftijd in drie opeenvolgende schooljaren ten opzichte van het landelijk gemiddelde? Wat is de gemiddelde groei over drie schooljaren? En hoe verhoudt zich dit, uitgedrukt in een percentage, tot de verwachte groei over drie schooljaren? Met ingang van schooljaar 2020-2021 wordt er in het primair onderwijs gewerkt met een onderwijsresultatenmodel. Het onderwijsresultatenmodel is niet alleen een instrument voor de inspectie om te beoordelen of scholen voldoende resultaten halen. Het geeft scholen (en besturen) óók de gelegenheid om te kijken of ze resultaten behalen die ze mogen verwachten. Scholen kunnen zich hierbij vergelijken met scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Bij de tussentijdse toetsen volgen wij op 'Onder de Linden' het percentage kinderen dat per groep op koers is voor 1F (fundamenteel niveau) en welk percentage op koers is voor 2F/1S (streefniveau). Wij volgen dit cyclisch omdat de gegevens ons informatie geven over onze kwaliteit van onderwijs en wij (zorg)signalen zo snel mogelijk kunnen omzetten in schoolverbeterplannen.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
Grafiek
Grafiek laden...
Opvallend is dat 45,45% van de leerlingen boven advies presteert (vs. 25,27% landelijk), terwijl 0% onder advies uitkomt. Dit duidt op zorgvuldige advisering en effectieve doorstroombegeleiding, zoals beschreven in hun protocol 'maatwerk in talentontwikkeling'.
Sociale ontwikkeling
Het is voor ons heel belangrijk dat kinderen zich thuis en veilig voelen op school. De leerkrachten realiseren een kindvriendelijke sfeer, waarbinnen er aandacht is voor de basisbehoeften van elk kind: vertrouwen, veiligheid en duidelijkheid. Welbevinden is de basis voor ontwikkeling. Respect hebben voor elkaar, gelijkwaardigheid en verbondenheid zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. De uitgangspunten voor ons pedagogisch klimaat zijn; Fouten maken mag, als je bereid bent ervan te leren en opnieuw te beginnen. Kinderen én volwassenen leren van hun fouten. Je leren inleven in de emoties van een ander vinden we belangrijk. · Van kinderen kun je leren. Kinderen zijn nooit vervelend, maar gedragen zich wel eens vervelend. Wij zijn nieuwsgierig naar de oorzaak van gedrag en proberen vanuit daar positief bij te sturen. · Ruzie komt voor. Het gaat er niet om wie begonnen is, maar ook dat het weer wordt bijgelegd. Het kan niet altijd vergeven en vergeten, maar je kunt wel vergeven en opnieuw beginnen. We werken aan een goede sfeer op school en vinden het belangrijk positief gedrag te bekrachtigen. LEES MINDER
Welbevinden
Sociale veiligheid
Verbinding
Wat is de werkwijze van BS Onder de Linden voor sociale ontwikkeling?
BS Onder de Linden gebruikt de methodiek KWINK in groep 1 t/m 8 voor de sociale en maatschappelijke competenties van de leerlingen. De jaarplanning wordt gevolgd, met aanpassingen op basis van de actualiteit van de groep. KWINK bestaat uit 20 lessen per leerjaar. In de onder- en middenbouw wordt een online oefenomgeving geboden. In de bovenbouw wordt gewerkt met geacteerde filmpjes. Het team legt nadruk op transitie om het geleerde in de praktijk toe te passen en feedback te geven. Het hele team spreekt dezelfde terminologie.Tijdens de Gouden Weken (zomer- tot herfstvakantie) en Zilveren Weken (na de kerstvakantie) wordt extra aandacht besteed aan sociaal-emotioneel leren. Coöperatieve werkvormen, groene spelen en energizers worden ingezet. Metingen van sociaal-emotionele competenties en de Monitor Sociale Veiligheid worden gebruikt voor analyse en doelen op groepsniveau.
Welke registratievorm(en) gebruikt BS Onder de Linden om sociale opbrengsten in kaart te brengen?
BS Onder de Linden gebruikt de Sociale Competentie Observatielijst (SCOL) en Tevredenheidspeiling BvPO om sociale opbrengsten in kaart te brengen.
Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt BS Onder de Linden?
BS Onder de Linden gebruikt de methode Kwink en Meidenvenijn voor sociaal-emotioneel leren.