Door al vroegtijdig de ontwikkeling van het kind op het PA centraal te stellen, wordt voor het jonge kind een doorgaande lijn naar de basisschool gewaarborgd. Hierbij is samenwerking tussen PA en basisschool van groot belang. Het PA en bs KOM.MIJN gebruiken beiden het observatie- en registratiesysteem KIJK!. De doorgaande lijn is hiermee gewaarborgd. De overdracht vanuit het KDV vindt plaats middels een overdrachtsformulier dat 3 x per jaar door de leidsters wordt ingevuld. Op de basisschool volgt de leraar door observatie, verzameling van oefenresultaten en toetsing van belangrijke basisvaardigheden, de ontwikkeling van het kind. Het is mogelijk dat een kind op onderdelen een versnelde of een vertraagde ontwikkeling doormaakt. De begeleiding wordt daarop afgestemd. De groepsleraar bespreekt met de ouders en met de teamleider de ontwikkelingen. Indien nodig wordt er een speciaal plan opgesteld voor uitvoering binnen de eigen groep of buiten de groep. Wij hanteren daarbij een aanpak, genaamd: handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD). Deze aanpak wordt ook binnen de peuterspeelzaal gehanteerd. Daarin is belangrijk dat, in samenspraak met ouders, gezocht wordt naar zowel beschermende en compenserende factoren, die het kind helpen om vooruit te kunnen, als ook risico’s en belemmerende factoren bij de ontwikkeling van de kinderen. We zoeken dus vooral naar positieve bouwstenen om het kind te helpen als de ontwikkeling vertraagt of stagneert. Het geheel wordt in de administratie van de groepsleraar verwerkt en opgeslagen. In oudergesprekken worden de ouders op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Ook de informatie van u, ouders/verzorgers draagt bij tot het beter leren kennen van uw kind waardoor wij beter onderwijs op maat kunnen bieden. Onderwijs vergt een constante aandacht voor taakwerkhouding, sociaal emotioneel gedrag en (leer)prestaties. Kinderen verschillen onderling bij de start van de basisschool in ontwikkelingsniveau, ontplooiingskansen en in wat optimaal in aanleg aanwezig is. De school kan pas tevreden zijn als wat haalbaar is bij elk individueel kind zo dicht mogelijk benaderd wordt. De school probeert dit te doen door veiligheid te bieden, een heldere structuur (regels, afspraken, duidelijkheid) en een goede afwisseling tussen inspannende en ontspannende activiteiten. De groepsleerkracht bekijkt en beoordeelt het werk van de kinderen. Middels het leerlingvolgsysteem (LVS) verzamelt hij/zij de vorderingen van de leerlingen. Met dit systeem kunnen we via toetsen en observaties informatie verkrijgen over de leer- en gedragskenmerken van de kinderen. Het LVS is met name belangrijk voor: Informatie over de ontwikkeling van de leerling en rapportage naar de ouders. De evaluatie van ons onderwijsaanbod. Toetsing door school: Onze school gebruikt verschillende methodes om inhoud te geven aan ons onderwijs. Elk leerjaar behoort aan een aantal kerndoelen te voldoen. Door het jaar heen worden er verschillende methode-gebonden toetsen afgenomen, zodat de leerkracht het niveau van de leerling kan blijven volgen. Verder worden er toetsen afgenomen om de leerling gedurende de hele schoolperiode te kunnen volgen. Deze horen bij het CITO-leerlingvolgsysteem. Dit volgsysteem start in groep 3. We werken met Cito Leerling in Beeld. In groep 7 wordt de ADIT afgenomen om een betere inschatting te kunnen maken of we uit de leerlingen halen wat er in zit. In groep 8 wordt de doorstroomtoets afgenomen.