De basis van het handelingsgericht werken is de handelings- en oplossingsgerichte houding waarbij we kijken naar de totale ontwikkeling van het kind. Volgens de PDCA-cyclus (Plan Do Check Act) wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Hierin is proactief handelen het uitgangspunt. Korte cyclus Wij werken binnen ons onderwijs met een korte en een lange PDCA-cyclus. Tijdens de korte cyclus wordt op het gebied van rekenen gebruikgemaakt van doelenplanners. Leerkrachten gebruiken deze doelenplanners als blokvoorbereiding en signaleringsdocument, zij plannen gedurende het blok interventies en evalueren het blok. Deze evaluatie wordt gebruikt tijdens de voorbereiding van het komende blok. De doelenplanner geeft een overzicht van alle periodedoelen. Daarnaast is het een middel om de didactische middenmoot in beeld te brengen en om te kunnen werken met flexibele niveaugroepen. Op het gebied van spelling wordt gebruik gemaakt van de registratieformulieren behorend bij de methode Staal Spelling. Tijdens begrijpend lezen wordt gebruik gemaakt van registratie- en observatieformulieren die de methode Leeslink aanbiedt. Lange cyclus Tijdens de lange cyclus worden leerlingen geobserveerd en getoetst met methode-onafhankelijke toetsen (Cito) door de groepsleerkracht. Om de kinderen goed te kunnen volgen, verdelen wij het schooljaar in drie periodes. Na afname van de toetsen wordt de groep op groeps- en kindniveau geëvalueerd en geanalyseerd. Hierbij maken we gebruik het formulier handelingsgericht werken. Aan de hand van deze gegevens wordt een plan van aanpak gemaakt door de leerkracht, met ondersteuning van de ib’er. Met behulp van de formulieren voor handelingsgericht werken wordt in een trendanalyse op schoolniveau geëvalueerd en geanalyseerd. Deze trendanalyse wordt besproken met het team. Met alle ouders is er minstens drie keer per jaar een overlegmoment. Aan de start van het schooljaar is er een kennismakingsgesprek. Tijdens de andere twee overlegmomenten bespreekt de leerkracht met de ouders de vorderingen van het kind. Zo nodig wordt voor kinderen met een meer individuele benadering of met extra zorg een handelings- of begeleidingsplan bijgehouden. Deze wordt minimaal twee keer per jaar geëvalueerd. Met de ouders van deze kinderen is vaak vier keer per jaar een evaluatiegesprek. Binnen een leerjaar gaan wij uit van werken op drie niveaus. Wanneer nodig kan het in uitzonderlijke gevallen voorkomen dat een leerling werkt met een eigen leerlijn voor één of meerdere vakken. Wanneer kinderen meer dan één eigen leerlijn hebben, wordt dit weggezet in een opp. Dit gebeurt een enkele keer als het voor het kind beter is de basisschool te vervolgen en niet uit te stromen naar het sbo. Ook meer- of hoogbegaafde leerlingen kunnen een begeleidingsplan hebben als ze sneller door de stof kunnen, aangevuld met levelwerk.