Christelijke Basisschool de Triangel
Wethouder Olthoflaan 4 B
9902 LB Appingedam

Schoolweging

Schoolweging
35.14
Spreiding
5.48

De schoolweging van De Vuurvlinder Appingedam is 35,14 , met een spreiding van 5,48 . De schoolweging en spreiding zijn in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs door het CBS bepaald. Het CBS kijkt hierbij naar de thuissituatie van de leerlingen en drukt dit uit in een score. Hoe hoger de schoolweging, hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten. Hoe hoger de spreiding, hoe groter de verschillen tussen de uitgangsposities van leerlingen. De inspectie rondt de scores lager dan 20 af naar 20 en de scores hoger dan 40 naar 40. De gemiddelde schoolweging voor alle scholen in Nederland is 29,77.

Fundamenteel niveau

Met 95,2% score voor het fundamenteel niveau overstijgt de school ruimschoots de landelijke norm van 85%. Deze score ligt ook 1,9% hoger dan het vergelijkingsgemiddelde, wat wijst op sterke basisvaardigheden in taal en rekenen.

Grafiek

Grafiek laden...

Streefniveau

44,8% van de leerlingen behaalt het streefniveau, wat ruim boven de signaleringswaarde van 36,3% ligt maar iets onder het vergelijkingsgemiddelde (49,2%). Dit reflecteert een effectieve basisondersteuning, met ruimte voor verrijking bij talentontwikkeling.

Grafiek

Grafiek laden...

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

De adviezen tonen een praktijkgerichte focus: 69,2% van de leerlingen ontvangt een vmbo-gerelateerd advies (tot en met vmbo-(g)t/havo). Slechts 7,7% krijgt een zuiver havo-advies, wat lager is dan regionale vergelijkingen (16,1%). Opvallend is het ontbreken van vwo-adviezen, terwijl vergelijkbare scholen gemiddeld 18,6% vwo-advies geven. De school lijkt hiermee bewust te sturen op haalbare doorstroom.

Grafiek

Grafiek laden...

Eindtoets Resultaten

Grafiek

Grafiek laden...

Toetsscores 2023-2024

ToetsDe Vuurvlinder AppingedamGemeente AmsterdamNederland

Groep 8 Toetsen 2023-2024

Score
58

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

De vorderingen van de leerlingen worden op verschillende wijze bijgehouden. Een belangrijk middel is de observatie. In de kleutergroepen wordt dit bijgehouden in de methode Onderbouwd Online. De leerkrachten kijken hoe de kinderen hun opdrachten vervullen, met anderen omgaan enz. Wanneer de kinderen in schriften, in werkboekjes of op losse bladen werken, wordt dit vrijwel altijd gecorrigeerd. Meestal door de leerkracht, soms gezamenlijk met de gehele groep. Naarmate de kinderen ouder worden, wordt hun werk af en toe becijferd en deze cijfers tellen mee voor de beoordeling op het rapport. We werken met een nieuw leerlingvolgsysteem genaamd IEP. Uiteraard wordt gekeken naar vakgebieden als taal en rekenen, die zijn van wezenlijk belang. Gelukkig is er ook aandacht voor andere vaardigheden, denk aan zaken zoals: hoe zit een kind in zijn vel, hoe pakt een kind zijn taak aan, wat interesseert een kind, waar wordt hij vrolijk van? Factoren die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een kind. Een kind is namelijk veel meer dan taal en rekenen. IEP noemt dat hoofd, hart én handen: je krijgt een beeld van wat je kind weet, maakt, hoe je kind zich voelt, oftewel een compleet kindbeeld. IEP staat namelijk voor Inzicht Eigen Profiel. De vragenlijst "Hart en handen" wordt in groep 8 afgenomen. Toetsen: saai? Toetsen: het klinkt saai, moeilijk en voor kinderen vooral als iets wat niet leuk is. Wij hebben voor de IEP toetsen gekozen omdat we zien dat ze aansluiten bij waar we in de lessen dagelijks mee bezig zijn, de vraagstelling is geen verrassing voor de kinderen. Dit motiveert kinderen om te laten zien wat ze kunnen en wie ze zijn. Onderwerpen die je boeien, zorgen er immers voor dat je herkenning hebt en gemotiveerd werkt. Digitale toetsen maar niet helemaal De leerlingen IEP-en op de computer, laptop of tablet. Leest een leerling liever van papier of schrijft een leerling bij spelling liever dan dat hij moet typen? Dan is dat allemaal mogelijk. De toetsvorm mag geen belemmering zijn. De afnameduur van de toetsen is kort, dat is wel zo fijn voor de concentratie en motivatie. Een belangrijk voordeel van de digitale afname is dat het resultaat direct beschikbaar is. Wij kunnen hierdoor samen met de leerling de resultaten direct gebruiken tijdens de les. Zo is de toets een hulpmiddel om de volgende stap te zetten in het leerproces en geen afrekenmiddel. In groep 8 doen de kinderen mee aan de IEP doorstroomtoets en wordt in februari afgenomen. Deze toets ondersteunt (en niet meer dan dat) de schoolkeuze. De toets uitslagen worden ingevoerd in ons digitale Leerling Administratie Systeem. De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht Van iedere leerling wordt een digitaal dossier bijgehouden. Hierin worden belangrijke stukken en gegevens bewaard (bijv. over het kind, het gezin, de leerling besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren). De Ib’er beheert de leerling gegevens en voegt tijdens- en aan het eind van ieder schooljaar relevante gegevens toe aan het dossier. Gegevens van oud-leerlingen worden nog vijf jaar bewaard. Ouders worden in kennis gesteld wanneer dossiergegevens gebruikt worden voor externe instanties. Ouders hebben recht op inzage in het dossier van hun kind. Het Onderwijskundig rapport Als een leerling onze school verlaat (zowel aan het eind van groep 8 of bij verhuizing e.d.) krijgt de ontvangende school een onderwijskundig rapport. Dit gebeurt digitaal. Daarin staan de vorderingen beschreven en overige bijzonderheden. De wijze waarop het welbevinden en de leervor­de­ringen van de kinderen be­spro­ken worden met ouders De kinderen uit groep 1 en 2 krijgen aan het eind van het schooljaar een rapport mee naar huis. De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per jaar een rapport mee naar huis. Tijdens het schooljaar zijn er enkele malen 10-minuten gesprekken. Als het nodig is, worden ouders tussentijds benaderd voor een gesprek. Indien u zelf een gesprek wenst, bent u altijd van harte welkom op school. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Ieder kind heeft recht op de zorg die het nodig heeft. Wanneer er kinderen met andere onderwijsbehoeftes zijn, wordt daar extra naar gekeken. De groepsleerkracht doet in overleg met de intern begeleider een onderzoek. Dat kan bestaan uit het afnemen van toetsen en het doen van observaties in de groep. De bedoeling hiervan is dat uw kind hierdoor gerichte ondersteuning van de leerkracht kan krijgen. Mochten deze interventies niet voldoende zijn, dan wordt er verder gekeken naar de mogelijkheden. Hiervoor wordt dan eerst met u, als ouders, contact over opgenomen. Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind), scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening samen werken aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg, er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio geregeld kan worden. Wij werken met het systeem Opbrengst Gericht Passend Onderwijs, waarbij we systematisch reflecteren op ons onderwijs. Elk jaar stellen wij als school onze ambities vast voor rekenen, lezen en taalverzorging. We bespreken 4x per jaar de schoolresultaten, de groepsresultaten en de leerlingresultaten. We stellen vast welke doelen behaald zijn en aan welke doelen verder gewerkt moet worden. Dit wordt beschreven in de onderwijsplannen per vakgebied.

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

Grafiek

Grafiek laden...

28,6% van de leerlingen presteert boven advies - ruim 3% hoger dan vergelijkbare scholen. Dit onderstreept de kwaliteit van plaatsingsadviezen. Het percentage onderadvisering (19,1%) is weliswaar hoger dan landelijk (11,8%), maar past bij de complexe leerlingenpopulatie. De school zet blijkbaar in op realistische adviezen met succesvolle doorstroom.

Sociale ontwikkeling

Pestprotocol KiVa is een schoolbreed en preventief anti-pestprogramma. KiVa is een Fins woord en betekent leuk of fijn. Het is ook een afkorting voor de Finse zin: Leuke school zonder pesten. Preventieve aanpak In elke groep worden jaarlijks 10 KiVa-lessen gegeven over thema’s zoals groepsdruk, communicatie, respect en (het herkennen, oplossen en voorkomen van) pesten. In de lessen wordt gewerkt aan de kennis, vaardigheden en houding van leerlingen ten aanzien van pesten. De lessen zijn gericht op het preventief werken aan groepsvorming en het bieden van een veilige leeromgeving. Leerlingen en leerkrachten wordt inzicht gegeven in de rol van de groep bij het in stand houden van pesten en andere groepsproblemen. LEES MINDER

Kiva

Goed gedrag wordt beloond

Samen

Wat is de werkwijze van Christelijke Basisschool de Triangel voor sociale ontwikkeling?

Christelijke Basisschool de Triangel maakt samen met de kinderen regels aan het begin van het schooljaar tijdens de Gouden Weken, die na de kerstvakantie worden herhaald tijdens de Zilveren Weken. De school gebruikt KiVa als anti-pestprogramma, met lessen in elke groep en een KiVa-monitor die twee keer per jaar wordt ingevuld. Na het invullen van de monitor volgen kindgesprekken en waar nodig wordt de schoolmaatschappelijk werker ingezet.

Welke registratievorm(en) gebruikt Christelijke Basisschool de Triangel om sociale opbrengsten in kaart te brengen?

Christelijke Basisschool de Triangel gebruikt KiVa vragenlijsten om sociale opbrengsten in kaart te brengen.

Welke methode(s) voor sociaal-emotioneel leren gebruikt Christelijke Basisschool de Triangel?

Christelijke Basisschool de Triangel gebruikt KiVa en Taakspel als methoden voor sociaal-emotioneel leren.